Elk jaar zijn er rapporten van mensenrechtenorganisaties en journalisten over kinderen die gedwongen worden om te werken in de katoenteelt in Uzbekistan. Uzbekistan is de vijf na grootste katoenproducent van de wereld. Zij is de grootste exporteur van katoen naar Europa, waarmee zij extra gunstige handelsvoorwaarden heeft afgesloten. Rond de 90% van het katoen wordt met de hand geplukt. Mensenrechtenorganisaties schatten dat de helft van al het handgeplukte katoen wordt geplukt door kinderen die hiertoe gedwongen worden.
Wanneer het oogstseizoen begint in september worden veel scholen op het platteland gesloten door medewerkers van de overheid. De kinderen worden gedwongen om te helpen met de oogst van het katoen. Schoolhoofden leggen de kinderen een quota op hoeveel zij op een dag moeten plukken. Als zij dit quota niet halen gaan hun cijfers op school omlaag, worden zij geslagen of volgen er andere straffen.
Kinderen worden verplicht om lange dagen te maken. Veel kinderen raken ziek of uitgeput door het harde werken en de slechte arbeidsomstandigheden. Ook in het groeiseizoen worden kinderen vaak gedwongen om onkruid te wieden of te werken met zware pesticiden.
Sommige kledingketens zoals Nike en Marks & Spencers hebben aangegeven geen katoen meer te gebruiken uit Uzbekistan, maar veel producenten hebben geen reactie gegeven op de jaarlijks gerapporteerde misstanden in Uzbekistan.
Anti-slavery, een mensenrechtenorganisatie uit het Verenigd Koninkrijk, is een campagne begonnen waar de Europese Unie wordt opgeroepen om de gunstige handelsvoorwaarden voor katoen uit Uzbekistan in te trekken. Op hun website is het mogelijk een petitie te ondertekenen. Ter ondersteuning van hun campagne houden zij ook een blog bij over hun campagne.
Kijk voor meer informatie of voor het ondertekenen van de petitie op de website van Anti-Slavery.